Opdracht 2: Twee recensies van internet
Recensie 1:
Deze recensie is van Het Parool.
http://www.parool.nl/parool/nl/21/FILM/article/detail/51801/2008/11/26/Oorlogswinter.dhtml
Regie: Martin Koolhoven
Met: Martin Lakemeier, Raymond Thiry
Oorlogswinter is Martin Koolhovens achtste en beste film. De verfilming van Jan Terlouws jeugdboek is bijna vlekkeloos. Ook in films is de eerste klap een daalder waard. De openingsscène van Oorlogswinter is er één om in te lijsten.
Het is januari 1945 zegt een tekstje. Het is nacht. Een jongen slaapt. Naast hem ligt een knijpkat. Vanuit de verte horen we aanzwellend gerommel. De jongen staat op, licht zichzelf bij met de knijpkat, krabt ijsbloemen van het slaapkamerraam en ziet in de verte een brandend vliegtuig neerstorten. Een staaltje fraaie symboliek: de jongen wordt uit zijn dommel gewekt en de oorlogswereld in geslingerd. Nooit meer zal zijn leven hetzelfde zijn.
De jongen is veertien jaar, heet Michiel (mooi ingetogen debuut Martijn Lakemeier) en komt bij toeval in contact met de in een hol ondergedoken, gewonde Engelse piloot van het vliegtuig (Jamie Campbell Bower). Eindelijk kan hij zijn heldenmoed bewijzen, denkt hij.
Weg met die slappe vader van hem (precisiespecialist Raymond Thiry, Langer licht), die als dorpsburgemeester tussen de Duitse bezetter en het verzet laveert. Opgerot ook met de die laffe NSB-ers van buren. Maar leve oom Ben (Yorick van Wageningen), die als verzetsstrijder voor principes staat. Langzaam komt Michiel erachter dat de werkelijkheid anders in elkaar steekt. Bij de bevrijding is hij zijn onschuld kwijt en getekend voor het leven.
Oorlogswinter moet het niet hebben van een nieuwe visie op de oorlog, maar is een geweldig coming of age-drama tegen het decor van de oorlog. Dat we consequent vanuit het perspectief van Michiel naar de gebeurtenissen kijken, werkt buitengewoon goed. Het zorgt voor een messcherpe focus, die tot een emotioneel brandpunt komt in een aangrijpende executiescène. Melodrama, maar dan wel superieur melodrama. Ook Koolhovens keuze om de film in de sneeuw te laten spelen, is een goede. Het zorgt voor een letterlijke lichtheid, een fraai contrast met de gebeurtenissen.
Oorlogswinter een jeugdfilm noemen, doet onrecht aan de manier waarop de film met de oorlog omspringt. De scenaristen, naast Koolhoven Mieke de Jong en Paul Jan Nelissen, verkleuteren de oorlog niet en gaan gruwelijkheden niet uit de weg. Humor zorgt voor opluchting, zoals Michiels gestuntel met de Engelse taal. I'm good, zegt hij tegen de Engelse piloot.
Is er dan niets mis aan Oorlogswinter? Jawel, een ongeloofwaardige spectaculaire ontsnappingsscène met paard en wagen herinnert de kijker eraan dat de basis van de film een jeugdboek is. Het is de enige ontsporing. Oorlogswinter is een aangrijpender oorlogsdrama dan het spektakelstuk Zwartboek. (JOS VAN DER BURG)
Recensie 2:
Deze recensie is van het NRC geschreven door Peter de Bruijn. http://vorige.nrc.nl/film/article2072965.ece/Oorlogswinter
Voor sommige jongens is de oorlog de tijd van hun leven. De school is dicht, alle regels lijken tijdelijk opgeschort, de radio brengt spannende berichten over het verloop van de strijd; kortom, een jongensboek.
Michiel (een knappe rol van de jonge debutant Martijn Lakemeier) is een wat bangige, tobberige jongen. Daarmee is hij ook een atypische held voor een avontuurlijke jeugdfilm die op een zo breed mogelijk publiek mikt. Oorlogswinter is dan ook zowel een spectaculaire avonturenfilm als een Hollands huiskamerdrama, met opvallend intieme scènes.
De film begint met spektakel. De Engelse vliegenier Jack (Jamie Campbell Bower) stort neer in de buurt van Zwolle en schiet, nog hangend aan zijn parachute in de bomen, een Duitse soldaat dood. De volgende dag vindt Michiel met een vriendje het vliegtuigwrak en kan zich nog net uit de voeten maken als Duitsers hem in zijn kraag dreigen te grijpen. Enkele dagen later krijgt hij een briefje in zijn handen gestopt van een buurjongen die in het verzet zit, waarin de schuilplaats van de Engelse piloot staat beschreven. Samen met zijn zus Erica, een verpleegster (Melody Klaver), neemt hij de zorg voor de gewonde soldaat op zich en zint op een manier om hem te laten ontsnappen.
Het tobberige heeft Michiel van zijn vader (Raymond Thiry): de dorpsburgemeester. Hij vertegenwoordigt de spreekwoordelijke burgemeester in oorlogstijd, die met plakken en lijmen de boel bij elkaar probeert te houden tijdens de koude hongerwinter van 1944-’45. Michiel heeft weinig begrip voor de houding van zijn vader. Hij ziet meer in zijn stoere oom Ben (Yorick van Wageningen), een vrije vogel die af en toe binnenvalt bij zijn ouders en dan op de kamer van Michiel slaapt.
Michiel is een jongen die erg bezig is met ‘goed’ en ‘fout’ – ook in die zin is dit een typisch Nederlandse oorlogsfilm, met een sterk moralistische inslag. Mag je een konijn aannemen van de buurman als je honger hebt, terwijl je weet dat hij bij de NSB zit? Met dat soort vragen worstelt hij.
Over de hele linie wordt er heel goed geacteerd in Oorlogswinter, een in alle opzichten met groot professionalisme gemaakte film, die doet wat de film moet doen. Het meest geslaagd zijn de kleine scènes, met Michiel en zijn familie dansend in de huiskamer, tussen Michiel en oom Ben tijdens hun nachtelijke gesprekken, en tussen Michiel en zijn vader, die elkaar toch weer wat dichter naderen.
De grote, spectaculaire scènes zijn minder bevredigend. Die zijn erg dik aangezet, met veel bombastische muziek van Pino Donaggio, de huiscomponist van Brian de Palma. Bij de grote climax snelt Michiel wanhopig naar een onheilsplek, maar de scène kiepert om naar kitsch door onnodig gebruik van slowmotion. Ook de ontsnappingspoging, waarbij Jack halsbrekende toeren uithaalt, hangend aan een honderden meters lange brug, komt niet heel geloofwaardig over.
Oorlogswinter is een goede film in zijn genre, maar geen film die het genre overstijgt. Het simpele verhaal is rechtlijnig en direct verteld, waardoor de film te weinig resonantie krijgt, soms zelfs een tikje saai is. Dat heeft ook te maken met de overdaad aan sneeuwbeelden, die aan de film op den duur een monotoon karakter geven.
Campbell Bower is met zijn licht-excentrieke uitstraling niet goed op zijn plaats in zijn rol als de neergestorte vliegenier. Hij is niet iemand voor wie een jongen als Michiel onmiddellijk door het vuur zou gaan. Maar dat is de enige misser in een perfect gecaste film, met mooie dialogen en kleine scènes die knap en overtuigend zijn.
Vergelijking:
Deze recensie is van Het Parool.
http://www.parool.nl/parool/nl/21/FILM/article/detail/51801/2008/11/26/Oorlogswinter.dhtml
Regie: Martin Koolhoven
Met: Martin Lakemeier, Raymond Thiry
Oorlogswinter is Martin Koolhovens achtste en beste film. De verfilming van Jan Terlouws jeugdboek is bijna vlekkeloos. Ook in films is de eerste klap een daalder waard. De openingsscène van Oorlogswinter is er één om in te lijsten.
Het is januari 1945 zegt een tekstje. Het is nacht. Een jongen slaapt. Naast hem ligt een knijpkat. Vanuit de verte horen we aanzwellend gerommel. De jongen staat op, licht zichzelf bij met de knijpkat, krabt ijsbloemen van het slaapkamerraam en ziet in de verte een brandend vliegtuig neerstorten. Een staaltje fraaie symboliek: de jongen wordt uit zijn dommel gewekt en de oorlogswereld in geslingerd. Nooit meer zal zijn leven hetzelfde zijn.
De jongen is veertien jaar, heet Michiel (mooi ingetogen debuut Martijn Lakemeier) en komt bij toeval in contact met de in een hol ondergedoken, gewonde Engelse piloot van het vliegtuig (Jamie Campbell Bower). Eindelijk kan hij zijn heldenmoed bewijzen, denkt hij.
Weg met die slappe vader van hem (precisiespecialist Raymond Thiry, Langer licht), die als dorpsburgemeester tussen de Duitse bezetter en het verzet laveert. Opgerot ook met de die laffe NSB-ers van buren. Maar leve oom Ben (Yorick van Wageningen), die als verzetsstrijder voor principes staat. Langzaam komt Michiel erachter dat de werkelijkheid anders in elkaar steekt. Bij de bevrijding is hij zijn onschuld kwijt en getekend voor het leven.
Oorlogswinter moet het niet hebben van een nieuwe visie op de oorlog, maar is een geweldig coming of age-drama tegen het decor van de oorlog. Dat we consequent vanuit het perspectief van Michiel naar de gebeurtenissen kijken, werkt buitengewoon goed. Het zorgt voor een messcherpe focus, die tot een emotioneel brandpunt komt in een aangrijpende executiescène. Melodrama, maar dan wel superieur melodrama. Ook Koolhovens keuze om de film in de sneeuw te laten spelen, is een goede. Het zorgt voor een letterlijke lichtheid, een fraai contrast met de gebeurtenissen.
Oorlogswinter een jeugdfilm noemen, doet onrecht aan de manier waarop de film met de oorlog omspringt. De scenaristen, naast Koolhoven Mieke de Jong en Paul Jan Nelissen, verkleuteren de oorlog niet en gaan gruwelijkheden niet uit de weg. Humor zorgt voor opluchting, zoals Michiels gestuntel met de Engelse taal. I'm good, zegt hij tegen de Engelse piloot.
Is er dan niets mis aan Oorlogswinter? Jawel, een ongeloofwaardige spectaculaire ontsnappingsscène met paard en wagen herinnert de kijker eraan dat de basis van de film een jeugdboek is. Het is de enige ontsporing. Oorlogswinter is een aangrijpender oorlogsdrama dan het spektakelstuk Zwartboek. (JOS VAN DER BURG)
Recensie 2:
Deze recensie is van het NRC geschreven door Peter de Bruijn. http://vorige.nrc.nl/film/article2072965.ece/Oorlogswinter
Voor sommige jongens is de oorlog de tijd van hun leven. De school is dicht, alle regels lijken tijdelijk opgeschort, de radio brengt spannende berichten over het verloop van de strijd; kortom, een jongensboek.
Michiel (een knappe rol van de jonge debutant Martijn Lakemeier) is een wat bangige, tobberige jongen. Daarmee is hij ook een atypische held voor een avontuurlijke jeugdfilm die op een zo breed mogelijk publiek mikt. Oorlogswinter is dan ook zowel een spectaculaire avonturenfilm als een Hollands huiskamerdrama, met opvallend intieme scènes.
De film begint met spektakel. De Engelse vliegenier Jack (Jamie Campbell Bower) stort neer in de buurt van Zwolle en schiet, nog hangend aan zijn parachute in de bomen, een Duitse soldaat dood. De volgende dag vindt Michiel met een vriendje het vliegtuigwrak en kan zich nog net uit de voeten maken als Duitsers hem in zijn kraag dreigen te grijpen. Enkele dagen later krijgt hij een briefje in zijn handen gestopt van een buurjongen die in het verzet zit, waarin de schuilplaats van de Engelse piloot staat beschreven. Samen met zijn zus Erica, een verpleegster (Melody Klaver), neemt hij de zorg voor de gewonde soldaat op zich en zint op een manier om hem te laten ontsnappen.
Het tobberige heeft Michiel van zijn vader (Raymond Thiry): de dorpsburgemeester. Hij vertegenwoordigt de spreekwoordelijke burgemeester in oorlogstijd, die met plakken en lijmen de boel bij elkaar probeert te houden tijdens de koude hongerwinter van 1944-’45. Michiel heeft weinig begrip voor de houding van zijn vader. Hij ziet meer in zijn stoere oom Ben (Yorick van Wageningen), een vrije vogel die af en toe binnenvalt bij zijn ouders en dan op de kamer van Michiel slaapt.
Michiel is een jongen die erg bezig is met ‘goed’ en ‘fout’ – ook in die zin is dit een typisch Nederlandse oorlogsfilm, met een sterk moralistische inslag. Mag je een konijn aannemen van de buurman als je honger hebt, terwijl je weet dat hij bij de NSB zit? Met dat soort vragen worstelt hij.
Over de hele linie wordt er heel goed geacteerd in Oorlogswinter, een in alle opzichten met groot professionalisme gemaakte film, die doet wat de film moet doen. Het meest geslaagd zijn de kleine scènes, met Michiel en zijn familie dansend in de huiskamer, tussen Michiel en oom Ben tijdens hun nachtelijke gesprekken, en tussen Michiel en zijn vader, die elkaar toch weer wat dichter naderen.
De grote, spectaculaire scènes zijn minder bevredigend. Die zijn erg dik aangezet, met veel bombastische muziek van Pino Donaggio, de huiscomponist van Brian de Palma. Bij de grote climax snelt Michiel wanhopig naar een onheilsplek, maar de scène kiepert om naar kitsch door onnodig gebruik van slowmotion. Ook de ontsnappingspoging, waarbij Jack halsbrekende toeren uithaalt, hangend aan een honderden meters lange brug, komt niet heel geloofwaardig over.
Oorlogswinter is een goede film in zijn genre, maar geen film die het genre overstijgt. Het simpele verhaal is rechtlijnig en direct verteld, waardoor de film te weinig resonantie krijgt, soms zelfs een tikje saai is. Dat heeft ook te maken met de overdaad aan sneeuwbeelden, die aan de film op den duur een monotoon karakter geven.
Campbell Bower is met zijn licht-excentrieke uitstraling niet goed op zijn plaats in zijn rol als de neergestorte vliegenier. Hij is niet iemand voor wie een jongen als Michiel onmiddellijk door het vuur zou gaan. Maar dat is de enige misser in een perfect gecaste film, met mooie dialogen en kleine scènes die knap en overtuigend zijn.
Vergelijking: